Efficiëntie gaat in feite over de verhouding tussen kosten en prestaties. Om die verhouding te bepalen is het dus noodzakelijk om beide in kaart te brengen. Het meten van kosten is meestal niet zo’n probleem, aldus Van Heezik en Nianounakis. Lastiger lijkt het om de prestaties van overheidsorganisaties te vertalen naar cijfers en vervolgens op waarde te schatten. Het ontbreekt bijvoorbeeld aan marktprijzen als objectieve waarderingsgrondslag. Daarnaast zijn prestaties moeilijk vergelijkbaar: sommige sectoren zijn te verschillend om tegen elkaar afgezet te worden. Soms zijn de gegevens überhaupt niet beschikbaar. Dit alles maakt veel onderzoekers terughoudend om onderzoek te doen naar de doelmatigheid van publieke dienstverlening.
Toch is er meer mogelijk dan wordt gedacht. Volgens de onderzoekers zijn overheidsprestaties gemakkelijker in cijfers te vatten dan veel mensen veronderstellen. Een voorbeeld zijn de kosten van de veranderingen in het primair onderwijs ten opzichte van de baten die deze veranderingen hebben opgeleverd in de vorm van prestaties (de productiviteitsontwikkeling). Die kunnen bijvoorbeeld worden uitgedrukt in het aantal schoolgaande leerlingen en de prestaties bij rekenen en leesvaardigheid.
Het volledige artikel is te lezen op Platform O